Zo werkt democratie

Ik hoorde Nederlandse minister van financiën Sigrid Kaag aan de vooravond van de verkiezingen voor de Provinciale Staten in Nederland (de bestuurslaag tussen rijksoverheid en de gemeenten) zeggen dat de aanpak van de nitraatuitstoot (NH3 of ammoniak) door de landbouw (‘het stikstofvraagstuk’) onvermijdelijk is omdat ‘natuurherstel’ nodig is voor de ‘biodiversiteit’ en dat dit niet ter discussie staat want er is hiervoor wetenschappelijk bewijs. Daar sluimert iets achter: Hier spreek Wetenschap, die is onaantastbaar, onweerlegbaar, autoriteit. Dat is on-Nederlands, bijna anti-Nederlands. Dit is in Nederland vragen om moeilijkheden. Ik zal dat uitleggen.

Nederland is de proeftuin van Europa omdat het zo’n klein, dichtbevolkt land is met een van de oudste democratieën in de wereld, de wieg van het buitengemeen flexibele en innovatieve (handels-)kapitalisme maar tevens een calvinistische, intens egalitaire en open samenleving. Cultureel ongehoord brutaal. Alles en iedereen botst hier in deze kleine ruimte figuurlijk en letterlijk op elkaar. Het is een politieke hogedrukpan. Een broeinest van conflicten.

En de wieg van de burgerlijkheid. Op dit moment trekt een tentoonstelling van Johannes Vermeer in het Amsterdamse Rijksmuseum publiek van over de hele wereld. Vermeer schilderde in de zeventiende eeuw anonieme alledaagse figuren in alledaagse poses en situaties. Dat was ongekend. Bijna brutaal in de rest van Europa waar adel en feodaliteit heersten en waar alleen voorname mensen werden vereeuwigd. Die burgerlijkheid, die gewoonheid! Eenvoud: Het Melkmeisje, het Meisje met de Paarlen Oorring waarin de parel vrijwel zeker een goedkoop bolletje tin was. Nederlanders missen dat Germaanse pathos of die Latijnse passie. Hier geen romantiek, geen elegance, geen grandeur. Doe gewoon! Wees eens normaal! We combineren een verbaal radicalisme met een overigens opmerkelijk gematigde actiebereidheid en grote compromisbereidheid. We zeggen: ‘De soep wordt niet zo heet gegeten als zij wordt opgediend.’

Onze taal is er mee doorspekt. Je kunt hier snel ‘de wind van voren krijgen’ van mensen die ‘recht voor je raap’ zijn. Wat voor een Brit, Fransman of Duitser geldt als onbeschoftheid, zien Nederlanders vaak als oprechtheid. Ze hebben het ‘hart op de tong’, dat wil zeggen dat ze gewoon zeggen wat ze denken zonder rekening te houden met de gevoeligheden van hun gesprekspartner.

Nederlanders onder elkaar hebben gewoon een hoge pijngrens voor elkaars onbeschoftheid en die pijngrens hebben zij zich eigen gemaakt in de loop der eeuwen. Dat is die bekende ‘tolerantie’. We leven in een kunstmatig land, grotendeels onder de zeespiegel en je kunt door het ruimtegebrek dus een bloedhekel hebben aan je buurman maar je hebt elkaar nodig om de polder droog te houden: zonder samenwerking lukt dat niet. We ‘zitten nu eenmaal in hetzelfde schuitje’, we zijn ‘met elkaar opgescheept.’

Die verkiezingen voor de provinciale staten vielen samen met die voor de waterschappen. Het waterschap is waarschijnlijk samen met het Zwitserse kanton de oudste nog bestaande vorm van moderne democratie, zelfbestuur – de democratie die na die van de Klassieke Oudheid in Europa ontstond. Meer dan duizend jaar oud. Monniken begonnen vanuit kloosters met kustverdediging en landontginning: Inpoldering, collectieve arbeidsinspanning.

Dit is interessant omdat zowel de provincies als de waterschappen zich nauw bemoeien met de ruimtelijke ordening en die draait in Nederland vooral om waterbeheer.

De provincies en de waterschappen gaan behalve over de waterveiligheid (voorkomen van overstroming) vooral over de milieuhygiëne, de zuivering van afvalwater en derhalve dus ook het natuurbeheer: Te veel nitraat in de bodem en het grondwater leidt tot overbemesting, afname van soortenrijkdom en uiteindelijk tot het verdwijnen van al het leven uit water en bodem. Daarom moet er een grens worden gesteld aan (de milieubelasting door) de landbouw (Nederland is na de V.S. in geld uitgedrukt de grootste voedselexporteur ter wereld), maar ook aan die door het verkeer en de industrie. Niet voor de natuur en het klimaat maar in eerste instantie gewoon omdat anders onze eigen leefomgeving onleefbaar wordt.

Alleen is dit een geleidelijk proces waarvan je niet kunt zeggen dat bij een bepaalde concentraties de natuur plotseling verdwijnt. Het is heel moeilijk om milieubelasting te normeren op zoiets abstracts als ‘natuurherstel’ omdat of iets natuur is of niet, vatbaar is voor discussie, vooral bij die super-assertieve Nederlanders waarbij iedereen het altijd beter weet dan de ander en dat luidkeels verkondigt.

Natuur is in Nederland een vorm van eigentijdse nostalgie, een arcadisch verlangen naar iets dat er nooit is geweest maar net als elke vorm van verlangen een politieke realiteit, een politiek streven. ‘Natuur’, dat zijn de Oostvaardersplassen, een wetland dat we lieten ontstaan in een stuk drooggelegde Zuiderzee dat toen over was, niet meer nodig voor land- en woningbouw. En waar we nu ruziemaken over wildbeheer. Inderdaad: Een park.

In feite verdwijnt de natuur heel geleidelijk. Overbemeste weidegronden veranderen in het eentonige Engelse raaigras, zonder bloemen, bijtjes, insecten en dus weidevogels. Ecologen moeten ons, ongeletterde burgers, overtuigen van hun feit, hun waarheid, dat natuur voor ons allemaal belangrijk is en geen doel op zichzelf. Dat geldt temeer omdat steeds meer gepensioneerde Nederlanders de natuur herontdekken op de e-bike. Nederland is een fietsland vol hoogopgeleide senioren.

De wetenschap blijkt dan opeens gewoon politiek: Onderhandelingsruimte.

Dat is iets dat sommige politici, die zich beroepen op wetenschap, de burgers ontzeggen. Dat er geen onderhandelingsruimte meer is. Die is op want dat bepaalt de wetenschap.

Dat is wat Sigrid Kaag ons eigenlijk voorhield: ‘Wij, politici, geven jullie burgers geen onderhandelingsruimte meer want de wetenschap stelt dat die op is.’ Dit is een vorm van technocratie en meritocratie die de Nederlandse kiezer op 15 maart keihard heeft afgestraft: Kaags partij, D66, een links-liberale, sociaal-liberale, progressieve partij uit de Randstad is electoraal gehalveerd ten opzichte van de laatste parlementsverkiezingen. De protestpartij tegen het milieubeleid van de overheid, de BoerBurgerBeweging werd in een klap de grootste politieke partij in alle twaalf provincies en met de grootste fractie in de senaat. Dit dreigt de zittende coalitie politiek vleugellam te maken aangezien alle in de Tweede Kamer aangenomen wetten door de Eerste Kamer worden getoetst. Ongekend.

Als je zegt dat jij gelijk hebt omdat jij beschikt over het wetenschappelijke bewijs, het gelijk, en dat die ander dat dus niet heeft, dan sla je bij voorbaat elke politieke discussie, elke dialoog, morsdood en dat is wat Kaag deed en dat is waarom haar partij electoraal is afgestraft. Beleid, politiek, is meer dan zeggen: ‘Jullie snappen het niet, we gaan het nogmaals uitleggen.’ Dat is een regentenmentaliteit en Kaag had dat moeten weten want tegen die mentaliteit is haar partij D66 ooit opgericht. Conflicten los je niet op door discussie te beslechten, debatten te winnen, met alleen maar argumentatie. Je moet mensen ook overtuigen. Je moet jouw overtuiging in hen doen postvatten.

Ook hedendaagse politiek gaat over ‘zieltjes winnen’, een idee dat technocraten en meritocraten hartgrondig verguizen, verwerpen omdat het niet gaat over verstand maar over gevoel. Natuurlijk moet een bestuurder verstandig zijn maar dat is niet genoeg: Hij of zij moet mensen ook inspireren, bezielen waardoor die mensen boven zichzelf kunnen uitstijgen om datgene wat onmogelijk lijkt te verwerkelijken.

D66 is een partij die zich jarenlang succesvol positioneerde als ‘het redelijke alternatief’ in een ideologisch gepolariseerde wereld. D66 is zowel sociaal als liberaal, veranderingsgezind maar wel met mate. In rationaliteit verpakte ideeënarmoede. Allemaal nette, redelijke mensen die van D66. Maar hun partij is zielloos, mist inspiratie hoe hartgrondig trouwe D66’ers dat ook ontkennen. Met zijn oprichter Hans van Mierlo is het idealisme overleden: Van Mierlo had een droom om het kneuterige, regenteske Nederland van de jaren 1960 te bevrijden uit de bestuurlijke verstarring die de samenleving in zijn greep had. D66 is onderdeel van de huidige verstarring in het politieke midden die telkens van zowel links maar vooral vanaf rechts wordt aangevallen.

D66 en de overige klassieke zittende partijen (vooral het Christen Democratisch Appel CDA) zijn gisteren electoraal opgerold door een binnendringer, een nieuwkomer: De BoerBurgerBeweging die inmiddels al veel meer mensen verenigt dan de mensen van het platteland. Want evenmin als over pure natuur beschikt Nederland al sinds mensenheugenis niet over platteland. Nederland is in het mondiale tijdsgewricht een wereldstad met zeventien miljoen inwoners op 48.000 vierkante kilometer, met stadskernen en daartussen min of meer open gebieden die je op zijn best uitgestrekte stadsparken, doorsneden door infrastructuur, kunt noemen. Platgezegd: Het is een ontgonnen moerasgebied met daarin wat vluchtheuvels die we bewoonbaar hebben gemaakt en die we ‘steden’ noemen.  Overigens een zeer aangenaam land om te leven, kan ik u verzekeren.

Dat is wat de immer goedgemutste minister-president en allemansvriend Mark Rutte (van de rechtsliberale VVD, van oudsher de stem van het bedrijfsleven) ook altijd beweert: Dat dit een ‘retegaaf land’ is. Een fijn land met overigens tevens een eeuwenlange traditie van periodiek volksoproer. Tegen de Spanjaarden, tegen de Fransen, tegen de Duitsers maar ook tegen de eigen elite, het patriciaat. Tegen ‘Den Haag’ de regeringszetel. Sabotage en obstructie en heel soms een lynchpartij.

Er is een scene uit een documentaire over mevrouw Kaag op campagne, gezeten achter in een auto als zij reageert op wat een politicus in Nederland zoal naar haar hoofd geslingerd krijgt door het volk. ‘Wie zijn die mensen?’, roept zij vertwijfeld en ontzet uit als zij naar een onlinefilmpje kijkt. (Kaag heeft overigens een indrukwekkende carriere in de internationale diplomatie gemaakt die Nederland nog heel goed van pas kan komen dus laten we zuinig op haar zijn.)

Mijn vrouw en ik maakten de afgelopen zomer een fietstocht langs de oevers van het IJsselmeer, ooit een zeebaai die Zuiderzee heette totdat de ingang werd afgedamd met de Afsluitdijk (1932) nadat de Zuiderzee-oever bij een storm overstroomde, met enorme schade tot gevolg. We fietsten door buitensteeds gebied, het platteland. Overal buiten Amsterdam hing de nationale driekleur ondersteboven als teken van minachting van een plattelandsbevolking die zich door het landsbestuur genegeerd voelt.

Wat ons als Randstedelingen opviel was de onderhuidse woede tegen Den Haag die alom tegenwoordig is maar tevens de industrialisering van het ‘platteland’ door enorme stallencomplexen, gigantische hallen van distributiecentra van online warenhuizen zoals Bol.com en van reusachtige datacenters die profiteren van goedkope stroom van de windparken en zonneweides die overal in het landelijke gebied uit de grond schieten.

Zo dringt de mondaine wereld het provinciale Nederland binnen dat hier weinig voor terug krijgt, anders van verlaging van hun voorzieningenniveau en een opgelegde Randstedelijke verduurzamingsideologie. Dat leidt tot ‘populistische’ onvrede die gearriveerde politici wegzetten als een onderbuikgevoel van argeloze kiezers die zich gemakkelijk laten bespelen door volksmenners die slechts schijnoplossingen bieden.

We zullen het zien. De BoerBurgerBeweging werd gisteren in een klap de grootste politieke fractie in de provinciebesturen en in de Eerste Kamer, de senaat. Dat is een politieke aardverschuiving die tot 15 maart 2023 onvoorstelbaar was in een vlak land waarin politiek net als water meestal naar het laagste punt stroomt waarna stilstand intreedt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to Top