
Eigenlijk is de scooter in de Verenigde Staten ontstaan zo rond 1916 als autoped. Wij kennen hem als kinderspeelgoed de step. In mijn kindertijd noemde wij die ook autoped. Een treeplank met aan de voor- en achterzijde een wiel waarbij het voorwiel vastzit aan een vork en stuur. Dat ‘ped’ is van pedaal en het Franse pied, voet. Autoped betekent dan zoiets van vanzelf lopen. De Amerikaanse autoped had vanaf het begin als een klein motortje dat het achterwiel aandreef.
Het zelfstandig naamwoord scooter komt van het Engelse werkwoord to scoot wat zoiets betekent als de benen nemen, er vandoor gaan. Het ontstond waarschijnlijk in de negentiende eeuw, als zeeliedenbargoens, verwant aan to shoot, schieten. Het betekent dan zoiets als vliegensvlug. ‘Ik vlieg al!’, ‘I am scooting!’ In een oogwenk iets doen.

De fiets is aan het einde van de achttiende eeuw ontstaan als loopfiets (snel-loper of vélocipède) dus eigenlijk een soort step maar dan met een zadel. De fiets met trapstel ontstond in 1885 dankzij John Kemp Starley. Door de kettingaandrijving van het crankstel naar de achteras was het mogelijk een gunstig verzet te krijgen. Door de voorvork onder een schuine hoek te plaatsen, kwam het draaipunt van het voorwiel te liggen achter het draaipunt van het stuur zodat het voorwiel bij voorwaartse beweging van de fiets ‘naloopt’. Net zoals de wieltjes van een supermarktkarretje altijd in de rijrichting gaan staan, doet een fietsstuur dat ook – zodat je met losse handen kunt fietsen.
Uit de fiets evolueerde de ‘motorfiets’ en de lichtere ‘fiets met hulpmotor’ die we nu brommer of bromfiets noemen. De scooter heeft daarbij een lager zwaartepunt dan de motorfiets en de brommer en dat maakt hem stabieler, hij gaat minder gauw slingeren. Dat zit zo: De motor van een motorfiets hangt in het midden in het frame en drijft via een ketting het achterwiel aan. De motor van een scooter zit direct aan het achterwiel, het gewicht bevindt zich lager.
De scooter kwam in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog met Britse en Amerikaanse parachutisten naar Europa. Na het einde van de oorlog werden twee producenten bekend met scooters: Heinkel uit Duitsland en Piaggio uit Italië, die allebei gevechtsvliegtuigen hadden gebouwd maar vliegtuigbouw was de beide landen na de capitulatie verboden. De eenzijdige, asymmetrische wielophanging in de Piaggio ‘Vespa’ was afgeleid van de neuswielbevestiging van de vliegtuigen die ze hadden gebouwd.
Heinkel stopte in 1965 met de productie van de Tourist waarvan er zo’n 100.000 zijn gemaakt. Piaggio bleef bestaan en maakte van de scooter die Vespa heette een groot succes. De naam Vespa (wesp) is geïnspireerd door de wespachtige vorm: stuurkolom als voorlijf en motorhuis als achterlijf. De Vespa maakten bovendien een vrij zacht, ‘zoemend’ geluid, minder lawaaiig dan brommers en motoren. Er zijn er meer dan vijftien miljoen van gebouwd. Van type- of modelnaam werd Vespa een eigen merk binnen Piaggio.
De vraag is waar dit enorme succes aan te danken is. Als enige scooter heeft de Vespa een volledig zelfdragende carrosserie zodat geen intern buizenframe nodig is binnen de behuizing. Dat maakt het voertuig licht en stijf. Italië bleek van meet af aan een goede afzetmarkt. Veel Italiaanse steden hebben nauwe straatjes waar auto’s zich moeilijk laten manoeuvreren. Een scooter is daar, met name voor vrouwen, dankzij zijn lage instap en comfortabele zitpositie met beide benen naast elkaar op de treeplank, een buitengewoon prettig en praktisch vervoermiddel.
De scooter is in Nederland met de opkomst van de auto in de jaren zestig uit de gratie geraakt. Een brommer bleef een fiets met hulpmotor omdat je er ook mee kon fietsen – in theorie dan. De scooter werd wettelijk een soort motorfiets. In 1990 liet de Nederlandse overheid dat onzinnige onderscheid varen en viel de scooter onder het langzame verkeer. Als hij niet sneller kan dan 25 kilometer per uur is bovendien een helm niet verplicht. Sindsdien is het aantal gestaag toegenomen tot ongeveer een miljoen voertuigen op dit moment.
De scooter is een vast element in het Europese straatbeeld geworden.