De Nobelprijs voor de Vrede is vrijdag toegekend aan twee journalisten. De Filippijnse Maria Ressa en de Russische Dmitry Muratov delen de award voor hun ‘moedige strijd voor vrijheid van meningsuiting in de Filippijnen en Rusland’.ADVERTENTIE
Dat heeft het Nobelcomité bekendgemaakt. Vrijheid van meningsuiting is volgens het comité een voorwaarde om democratie en duurzame vrede te waarborgen.
De twee journalisten zijn volgens de organisatie ‘vertegenwoordigers van alle journalisten die opkomen voor dit ideaal in een wereld waarin democratie en persvrijheid steeds ongunstiger worden’.
Maria Ressa
‘Maria Ressa gebruikt vrijheid van meningsuiting om machtsmisbruik, geweld en groeiend autoritarisme aan de kaak te stellen in haar geboorteland, de Filippijnen’, vindt het comité. In 2012 was Ressa medeoprichter van Rappler, een digitaal mediabedrijf voor onderzoeksjournalistiek.
Rappler wordt door het Nobelcomité geroemd voor het documenteren ‘hoe sociale media worden gebruikt om nepnieuws te verspreiden, tegenstanders lastig te vallen en het publieke debat te manipuleren’.
Dmitry Muratov
Dmitry Muratov ‘verdedigt al tientallen jaren de vrijheid van meningsuiting in Rusland onder steeds uitdagendere omstandigheden’, aldus het Nobelcomité. In 1993 was hij een van de oprichters van de onafhankelijke krant Novaja Gazeta.
De krant brengt ‘op feiten gebaseerde journalistiek’ en heeft ‘professionele integriteit’, vindt het comité. Hierdoor is het dagblad een ‘belangrijke bron van informatie gemaakt over afkeurende aspecten van de Russische samenleving die zelden door andere media worden genoemd’.
Novaja Gazeta publiceert kritische artikelen over onderwerpen die uiteenlopen van corruptie, politiegeweld, onwettige arrestaties, verkiezingsfraude en de inzet van Russische ‘trollenfabrieken’ voor beïnvloeding van zaken in binnen- en buitenland.
(Bron, De Standaard: https://tinyurl.com/2tvy3afc )