Julius Ceasars Brabantse genocide

In het jaar 55 voor Christus richtte een Romeinse troepenmacht een massaslachting aan onder Germanen in het huidige Brabant. Julius Caesar was erbij en schreef erover in De Bello Gallico. Nu pas is duidelijk waar de veldslag plaatsvond

Twee Germaanse stammen: de Tencteri en de Usipetes. In de laatste eeuw voor het begin van onze jaartelling werden ze verdreven uit het huidige Duitsland. Ze sloten een bondgenootschap en trokken de Rijn over. Ze vroegen de Romeinse keizer Julius Caesar om asiel, maar die moest daar niets van weten. Wel stemden de Romeinen in met een wapenstilstand.

Volkomen onverwachts voor de Germanen werden ze evenwel in het jaar 55 voor Christus volledig onder de voet gelopen door een legermacht van acht Romeinse legioenen en nog eens enkele duizenden Gallische strijders, in totaal rond de 50.000 soldaten. De Germanen maakten geen schijn van kans. De mannen probeerden nog naar hun wapens te grijpen, maar toen ze het gegil hoorden van hun vrouwen en kinderen, die op hun vlucht door Romeinse strijders werden gegrepen, zagen ze de futiliteit van hun verzet in. Ook de mannen werden gedood; degenen die op de vlucht sloegen, liepen zichzelf vast in de samenvloeiing van Maas en Waal. Ze belandden in het water en vonden massaal de dood.

Caesar trok met zijn troepenmacht vervolgens oostwaarts, Duitsland in, waar hij een houten brug over de Rijn liet bouwen. Later dat jaar zou hij zijn eerste bezoek aan Engeland brengen. Dit was een uiterst succesvol oorlogsjaar, concludeerde de Romeinse Senaat later.

Archeoloog Nico Roymans (Vrije Universiteit) schetste donderdag in het Amsterdamse Allard Pierson Museum geen plezierig beeld van de bekende Romeinse veldheer. Roymans heeft de afgelopen jaren uitgebreid onderzoek gedaan naar de talrijke vondsten die zijn gedaan bij baggerwerkzaamheden aan de Brabantse kant van de Waal. Het gaat daarbij onder meer om twintig zwaarden, een aantal Romeinse gordelknopen, een helm en botmateriaal van meer dan honderd individuen. Daarnaast kon hij zich baseren op de beschrijving zoals Ceasar zelf die opnam in het vierde boek van De Bello Gallico.

Hoewel dat boek niet de meest betrouwbare bron is, geeft het met de vondsten wel een goed beeld van de slag. Een aantal van de zwaarden, bijvoorbeeld, had een identiek, sierlijk handvat, hetgeen doet vermoeden dat ze uit dezelfde smederij komen. Mogelijk behoorden ze toe aan strijders van een goed georganiseerd leger, zoals de Romeinse troepen. De gordelknopen werden door vrouwen gedragen. Bekend is dat de Romeinse karavaan behalve uit tienduizenden soldaten bestond uit ongeveer een zelfde aantal vrouwen, kinderen, slaven en ander ondersteunend personeel. De helm, de oudste ooit in Nederland gevonden, was van Gallische makelij. Roymans acht de kans groot dat een Gallische huurling in het leger van Caesar hem heeft gedragen.

Voor de slag sloegen de Romeinen een marskamp op in de nabijheid van de nederzetting die de Germaanse stammen hadden gebouwd. Van geen van beide kampen heeft Roymans sporen kunnen vinden. “Dat hoeft niet te verbazen, want ze verbleven er hooguit enkele dagen.” De precieze locatie van de slag moet in het huidige Kessel zijn geweest: daar zijn de meeste vondsten gedaan. Een aantal van de vondsten is inmiddels gedateerd; allemaal rond het jaar 55 v. Chr.

Een schedel – met toegebrachte wond – die werd gevonden in het rivierengebied. Foto: Pancras Dijk.

Slachtoffers waren vreemden

Nader chemisch isotopenonderzoek aan gevonden gebitten moet nog duidelijk maken waar de slachtoffers van de slag exact vandaan kwamen, maar nu al is duidelijk dat ze in ieder geval niet in het rivierengebied opgroeiden, stelt Roymans. Hij ziet daarin ook daarin een bewijs dat de slachtoffers tot de Germaanse stammen behoorden die vanuit Duitsland ons land waren binnengetrokken.

Gevonden gebitten.

 

 

Klik hier voor het artikel uit National Geographic

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to Top