De hongerklop is bekend. Maar de whiskyklop? Mijn vader, Nico van Splunter, kreeg er een. Om precies te zijn op 15 september 1975 in Pitlochry, Schotland. Hij was directeur van een inkoopcombinatie van slijters. En ging whisky kopen. Een van de mooiste Europese producten. Bij een van de grootste huizen: Bell’s. Die maakten ook MacKenzie whisky en dat zou het vaste merk van het Wijnkopersgilde worden. Peter Allan, ooit krijgsgevangene van de Duitsers in Colditz, directeur verkoop, rechtgeaard Schot en dus altijd in voor een geintje liet mijn vader er in lopen. “You should smell this”, zal hij wel gezegd hebben. Mijn vader natuurlijk met zijn grote neus aan het snuiven. De kuip zat vol met whisky. Zoveel dat er een laagje damp van alcohol boven hing. Die zie je dus op de foto* in zijn gezicht slaan. Maar het zat goede zaken niet in de weg. MacKenzie werd en bleef nog jarenlang een succesvolle whisky, exclusief door het Wijnkopersgilde geimporteerd in Nederland. En nou maar hopen dat Peter Allen het bij het diner goedmaakte met heerlijke Haggis.
EEN KLOP VAN DE WHISKY IN PITLOCHRY
