Nu de luchtvaart door Corona op zijn kont ligt, vraag je je af hoe lang zij nog had kunnen doorgroeien. Ergens eind jaren vijftig nam de Europese vliegtuigbouw, die toen nog niet zoveel voorstelde, ook al eens de verkeerde afslag: De Britten en de Fransen gingen voor sneller vliegen. Supersonisch. De Amerikanen gingen voor grotere vliegtuigen.
De Britten bouwden het eerste civiele straalvliegtuig dat twee keer zo snel vloog als de toenmalige propellervliegtuigen. Deze De Havilland Comet was klein en eigenlijk vooral bedoeld voor postvervoer. Post en pakketten snel vervoeren en passagiers langzamer, was een vooroorlogs koloniaal concept. Je had snelle pakketboten en langzamere passagiersschepen en door de lucht ging dat niet anders, passagiers in langzame vliegboten en poststukken in snelle postvliegtuigen.

De Amerikanen moesten het bouwen van straalmotoren aanvankelijk leren van Britten en de eerste strategische straalbommenwerpers van de US Air Force in de Koude Oorlog verbruikten zoveel kerosine dat er tankervliegtuigen aan te pas moesten komen om ze op hun eindbestemming te krijgen. De tanker die Boeing ontwikkelde werd later de Boeing 707, een groot passagiersvliegtuig waar gemakkelijk zomaar 150 passagiers in konden.
De 707 en de evenknie DC-8 van Douglas maakten het trans-Atlantisch vliegen bereikbaar voor de middenklasse waar het voordien was voorbehouden aan de ‘jetset’ een geprivilegieerde klasse van beroemdheden. (Luister naar dat liedje van Astrid Gilberto, ‘Silver Bird’.) Toen Boeing de 707 eind jaren zestig verving door de veel grotere 747 ‘Jumbojet’, daalden de kosten per stoelkilometer dramatisch en werd vliegen voor bijna iedereen betaalbaar.

Europa leek die voorsprong niet meer in te kunnen halen en daarom gokten Groot-Brittannië en Frankrijk samen op een ‘high-end market’ van gefortuneerden die veel zouden willen betalen om ergens snel te zijn. De Concorde verkortte de reisduur over de Atlantische Oceaan van zo’n zes naar drie uur waardoor je gemeten naar lokale tijd vroeger arriveerde dan je was vertrokken. De hoop en verwachting was dat die snelheid maatgevend zou worden voor het massavervoer, maar vanaf dat moment werd vooral het beperken van geluidoverlast maatgevend en Concorde produceerde een fenomenale hoeveelheid herrie en verbruikte heel veel brandstof.
Concorde was vooral een combinatie van Franse ambitie en hang naar grandeur en Britse technologie. De ontwikkelingskosten explodeerden, de orders bleven uit door de Oliecrisis van 1973 en met hangen en wurgen zijn er (naast vier prototypes) zestien gebouwd voor Air France en British Airways.
Die hebben gevlogen van 1976 tot en met 2003. In 2000 reed een startende Concorde van Air France over een metalen strip die een brandstoftank lek maakte waardoor het vliegtuig in brand vloog. Alle honderdnegen inzittenden en zes mensen op de grond kwamen om.
De Europese civiele vliegtuigbouw is nu veeleer een Frans-Duitse aangelegenheid: Airbus legt zich toe op conventionele vliegtuigen en heeft de hegemonie van Boeing en de jumbojets geëvenaard met eveneens grote langzame vliegtuigen voor de massamens. Airbus en Boeing wisselen de laatste tien jaar stuivertje als grootste vliegtuigbouwer.
Sinds een paar maanden zijn meer dan 16.000 van de 24.000 verkeersvliegtuigen wereldwijd, voornamelijk van Boeing en Airbus, buiten bedrijf gesteld. Als je langs Schiphol rijdt, zie je er tientallen staan. Ze lijken allemaal op elkaar.
Voor Concorde geldt, als je die ooit hebt gezien in levenden lijve, ‘she stands out’ want een vliegtuig is net als een schip altijd een ‘zij’. Een jumbojet is indrukwekkend. Concorde is gracieus, bloedmooi, een schoonheid. Een beauty. Geschapen om Grace Kelly, Catherine Deneuve of Audrey Hepburn te vervoeren. Ze lijkt eerder ontworpen door een couturier dan door ingenieurs.
Haar lijnen zijn allemaal gebogen, de vleugel is nergens recht maar overal, in alle vlakken, golvend, gewelfd. Ze staat op hoge ranke wielpoten, als een kraanvogel. De neus lijkt een snavel waar geen eind aan komt. Je kunt je ogen er niet vanaf houden.
De argeloze passagier had geen weet van het vernuft dat eraan te pas is gekomen om honderd mensen drie uur lang met een snelheid van twee keer het geluid (ongeveer 2.000 km/h) te vervoeren op een hoogte van 20 kilometer (twee keer zo hoog als een jumbojet) waarbij de buitenkant door luchtwrijving zo heet werd dat ze gekoeld moest worden tot onder de negentig graden door die warmte op te slaan in de brandstof aan boord. Met een glas champagne in een leren fauteuil. Voor zo’n 10.000 euro.
Concorde hoort net als de iconische Bell helikopter in de hal van het Museum of Modern Art (MoMa, New York), of in Tate Modern, in het Centre Pompidou of het Louvre. Als icoon van industrieel ontwerp. Als kunstzinnige manifestatie van technologisch vernuft. Maar daar is ze te groot voor. Deze fantastische mislukking.
https://www.quartoknows.com/blog/quartodrives/the-de-havilland-comet