
Hoi Erwin,
Heb jij een goede vakantie gehad?
Ik had wel wat langer in Italië willen blijven, merkte ik toen ik thuiskwam, want nee, ik ben deze zomer niet echt tot volle rust gekomen.
Natuurlijk. Ik heb lekker gegeten, lekker gelegen en lekker gelezen ook, maar ik had geen zin om te kijken, geen zin om me echt te verdiepen. Mijn nieuwsgierigheid zat op slot.
Ik merkte het aan de klokkentoren van Brisighella. Twee weken aaneen stond die als een uitroepteken op een rots in het golvende heuvellandschap om mij heen.
Ik zag de toren vanuit onze tuin. Ik zag de toren op weg naar de Conad. Ik zag de toren als ik flesjes Albana en Romagna Sangiovese ging halen bij wijncoöperatie. Ik zag de toren als we door Brisighella liepen. En ik zag de toren als we naar Faenza, Ravenna of verder naar de kust reden.
Maar ik zag hem niet.
Kijk maar eens goed naar die toren, ja, de foto bovenaan. De klok geeft niet de traditionele 12 uren aan, maar kent een verdeling van zes vlakken, de Ora Italica. Een tijdsindicatie die ze van de 14e tot de 18e eeuw in Italië gebruikten.
Zeker, ook in Italië bestond een dag uit 24 uur. Maar die verdeelden ze niet in twee keer twaalf uur, maar in vier delen van zes. Als de zon onderging, was het 24 uur en begon een nieuwe dag. Was het achttien uur, dan waren er nog zes uren te gaan tot zonsondergang, wat samenviel met het sluiten van de stads- of kasteelpoort. Nadeel: nergens was de tijd hetzelfde, want ja, de zon ging niet overal op hetzelfde moment onder.
Toen Napoleon grote delen van Italië bezette, voerde hij de ‘Franse’ tijd in – die wij vandaag de dag nog steeds gebruiken. De tijd kreeg in Italië een ander uiterlijk. In enkele steden bleef die gewoon op de Ora Italica staan.
Uit: Cor Hospes’ nieuwsbrief
Copyright © 2021 Cor Hospes, Alle rechten voorbehouden.
Je hebt je opgegeven voor de Cor Hospes Nieuwsbrief.
Beeld: Ciao tutti. Een initiatief van Saskia Balmaekers, weblog over Italië.