Dit bericht is ook beschikbaar in: Nederlands (Dutch) Français (French) Deutsch (German)
Toen de Europese democratieën ontstonden in de negentiende eeuw in de toen ‘nieuwe’ natiestaten, kenden ze aanvankelijk geen algemeen kiesrecht, maar ‘censuskiesrecht’. Bezitlozen maar ook vrouwen waren uitgesloten. Wij vinden dat niet normaal, maar toen vond men dat alleszins verdedigbaar. Het kiesrecht kreeg je eigenlijk in ruil voor het betalen van belasting, je ‘contributie’ aan de samenleving.
Het moment nadert waarop de Europese Unie besluiten gaat nemen met behulp van een ‘gekwalificeerde’ meerderheid van stemmen. Nu heeft elke lidstaat nog vanwege zijn nationale soevereiniteit het recht om een besluit dat noodzakelijkerwijs altijd bij unanimiteit wordt genomen, met een veto te blokkeren. Dat wreekt zich in een tijd van geopolitieke crises zoals de oorlog in Oekraïne en de hybride oorlogvoering van Rusland tegen Europa vanwege onze steun aan Oekraïne. Dan is namelijk snel handelen geboden: onze tegenstanders zijn immers autocratieën die snelle dictatoriale besluitvorming kennen. Nu heeft elke lidstaat, van Malta tot Duitsland, evenveel macht in een besluit van de Europese Commissie maar daardoor is de macht binnen de EU politiek demografisch en economisch juist zeer ongelijk verdeeld.
Er gaan stemmen op om mate name defensiebeleid te ‘vergemeenschappelijken’, aan de EU te delegeren maar daarbij treedt de EU rechtstreeks in nationale soevereiniteit. Er ontstaat pas een werkelijk Europese soevereiniteit als de burgers de Europese Unie beschouwen als hun legitieme overheid, als hun vaderland, maar zover is het nog lang niet. Separatisme broeit her en der onder de oppervlakte.
Wat is aan de afzonderlijke staten en wat is des federale overheid? In de V.S. was er een burgeroorlog (1863-1865) voor nodig om in de politieke besluitvorming het domein van de federale overheid en dat van de staten vast te stellen en nog altijd wrikt en schuurt het daar.
Hoe doorbreek je die ‘veto-cultuur’ in de ‘federale’ Europese besluitvorming? Er zal een wijziging voor nodig zijn van het Europese Verdrag en dat kan alleen bij unanimiteit van de lidstaten worden gewijzigd. De geopolitieke macht van de EU is vooral het resultaat van die unanimiteit die eigenlijk de economische omvang van het handelsblok definieert. en daarmee zijn geopolitieke invloed.
Op dit moment zijn vooral Hongarije en Slowakije de dwarsliggers die een krachtig Europees antwoord op de Russische agressie in Oekraïne blokkeren dan wel saboteren met hun oriëntatie op Rusland.
Ik heb met dank aan chatGPT maar eens een paar cijfers op een rij gezet om de gedachten te bepalen over hoe een gekwalificeerde meerderheid (een weging door telling, bijvoorbeeld van de bevolkingsomvang en/of de belastingafdracht) er uit zou kunnen gaan zien. Een paar dingen vallen me op: Hongarije en Slowakije staan qua bevolkingsomvang op plaats. dertien en negentien en qua economie op plaats zestien en eenentwintig. De Hongaarse economie past bijna zes keer in die van Nederland en de Slowaakse economie meer dan acht keer. Kleine landen met een hele grote mond.
Hier is de meest recente ranglijst van de EU-landen op basis van bevolkingsomvang (2024):
- Duitsland: ca. 83,4 miljoen
- Frankrijk: ca. 68,0 miljoen
- Italië: ca. 59,3 miljoen
- Spanje: ca. 48,6 miljoen
- Polen: ca. 37,7 miljoen
- Roemenië: ca. 19,1 miljoen
- Nederland: ca. 17,9 miljoen
- België: ca. 11,7 miljoen
- Griekenland: ca. 10,6 miljoen
- Tsjechië: ca. 10,5 miljoen
- Zweden: ca. 10,5 miljoen
- Portugal: ca. 10,6 miljoen
- Hongarije: ca. 9,6 miljoen
- Oostenrijk: ca. 9,2 miljoen
- Bulgarije: ca. 6,5 miljoen
- Denemarken: ca. 5,9 miljoen
- Finland: ca. 5,5 miljoen
- Slovenië: ca. 2,1 miljoen
- Slowakije: ca. 5,4 miljoen
- Ierland: ca. 5,3 miljoen
- Kroatië: ca. 3,8 miljoen
- Litouwen: ca. 2,7 miljoen
- Letland: ca. 1,8 miljoen
- Estland: ca. 1,3 miljoen
- Cyprus: ca. 1,2 miljoen
- Luxemburg: ca. 0,6 miljoen
- Malta: ca. 0,6 miljoen
De grootste bevolkingen zijn te vinden in Duitsland, Frankrijk en Italië, die samen bijna de helft van de totale EU-bevolking omvatten. De landen met de kleinste bevolking zijn Malta en Luxemburg.
Hier is de ranglijst van de 27 EU-lidstaten op basis van hun bruto nationaal product (BNP) in 2024 (geschatte cijfers, in miljarden USD):
- Duitsland – ca. $4.7 biljoen (ofwel 4.700 miljard)
- Frankrijk – ca. $3 biljoen
- Italië – ca. $2.1 biljoen
- Spanje – ca. $1.6 biljoen
- Nederland – ca. $1 biljoen
- Zweden – ca. $689 miljard
- België – ca. $630 miljard
- Polen – ca. $615 miljard
- Oostenrijk – ca. $513 miljard
- Denemarken – ca. $399 miljard
- Ierland – ca. $500 miljard
- Finland – ca. $299 miljard
- Portugal – ca. $251 miljard
- Tsjechië – ca. $249 miljard
- Roemenië – ca. $245 miljard
- Hongarije – ca. $223 miljard
- Griekenland – ca. $212 miljard
- Slovenië – ca. $73 miljard
- Litouwen – ca. $81 miljard
- Bulgarije – ca. $108 miljard
- Slowakije – ca. $141 miljard
- Luxemburg – ca. $88 miljard
- Kroatië – ca. $88 miljard
- Letland – ca. $37 miljard
- Estland – ca. $30 miljard
- Cyprus – ca. $26 miljard
- Malta – ca. $20 miljard
Hier is de ranglijst van de EU-lidstaten gerangschikt op hun aandeel in het totale bruto binnenlands product (BBP) van de Europese Unie, gebaseerd op recente schattingen:
- Duitsland: ~24.3% van het totale EU-BBP
- Frankrijk: ~16.7%
- Italië: ~12.0%
- Spanje: ~8.4%
- Nederland: ~6.0%
- Polen: ~4.3%
- Zweden: ~3.6%
- België: ~3.5%
- Ierland: ~3.1%
- Oostenrijk: ~2.8%
- Denemarken: ~2.3%
- Roemenië: ~1.8%
- Tsjechië: ~1.8%
- Finland: ~1.7%
- Portugal: ~1.5%
- Griekenland: ~1.3%
- Hongarije: ~1.1%
- Slowakije: ~0.7%
- Bulgarije: ~0.5%
- Luxemburg: ~0.5%
- Kroatië: ~0.4%
- Litouwen: ~0.4%
- Slovenië: ~0.3%
- Letland: ~0.2%
- Estland: ~0.2%
- Cyprus: ~0.2%
- Malta: ~0.1%
De drie grootste economieën – Duitsland, Frankrijk en Italië – zijn samen goed voor meer dan de helft van het EU-BBP.