Dit bericht is ook beschikbaar in: English (Engels) Français (Frans) Deutsch (Duits)
Uit Engelsberg Ideas:
Op 22 augustus 1943 verscheen in Enschede het eerste nummer van een vreemd nieuw tijdschrift. Het Onderwater-Cabaret had de vorm van een klein boekje van ongeveer 13,5 x 10,5 cm. De omslag was een collage van foto’s geknipt uit kranten en tijdschriften; de inhoud bestond uit 18 handgenaaide pagina’s met handgeschreven poëzie. Elk gedicht confronteerde op bijtende wijze een ander onderwerp met betrekking tot de nazi’s, hun misdaden en het verloop van de oorlog. Eén gedicht belichtte de ellende van het alledaagse bestaan onder Duitse bezetting. Een ander verachtte de propaganda van Joseph Goebbels. Een derde gebruikte nachtmerrieachtige beelden om de psychologische stress van het onderduikleven weer te geven. De enige auteur van het tijdschrift kon getuigen van die stress, want hij was een Duits-Joodse vluchteling die een jaar eerder ondergedoken – of ‘onder water’ – was gegaan om in leven te blijven.
Die vluchteling was Curt Bloch en in de loop van 19 maanden, van augustus 1943 tot april 1945, produceerde hij 95 nummers van Het Onderwater-Cabaret. Door middel van zijn opvallende, bijna surrealistische illustraties en de schurftige satire en scherpe humor van zijn gedichten en liedjes, ging hij tekeer tegen de nazi-terreur, bespotte hij de belangrijkste fascistische leiders en Nederlandse collaborateurs en versloeg hij de ondergang van het Derde Rijk. Jarenlang bleef zijn unieke oorlogswerk onontdekt, net zo onbekend als de maker ervan. In het laatste decennium begon het geleidelijk het daglicht te zien.
Nu, acht decennia na hun ‘publicatie’, vormen alle originele exemplaren van Blochs tijdschrift het hart van een boeiende tentoonstelling in het Jewish Museum Berlin. Mijn verzen zijn als dynamiet: Het Onderwater-Cabaret van Curt Bloch toont een opmerkelijke en moedige prestatie en vertelt tegelijkertijd het verhaal van een bijzondere man.
Bloch werd in 1908 in Dortmund geboren en werkte als advocaat voordat de machtsovername van Hitler hem dwong naar Nederland te vluchten. In 1942 vond hij onderdak in het huis van een begrafenisondernemer en zijn vrouw. Uit het zicht verborgen in de kruipruimte boven hun zolder met twee andere Joodse ballingen, verdoet Bloch zijn dagen met het schrijven van gedichten over actuele gebeurtenissen. Uiteindelijk besloot hij zijn gedichten te verspreiden in een weekblad. Hij noemde het Het Onderwater-Cabaret als een knipoog naar de Nederlandse term voor onderduikers zoals hij – ‘duikers’. Met hulp van boodschappers in het Nederlandse verzet vonden Blochs zelfgemaakte, zelfbenoemde ‘periodieken’ hun weg naar zijn geliefde en medevluchteling Karola Wolf en naar andere duikers.
Blochs tijdschrift informeerde, vermaakte en stimuleerde het moreel. Bloch legde zijn belangrijkste doel uit in een brief aan Wolf. ‘Als je ertoe bijdraagt dat de Duitse kwade geest belachelijk wordt – belachelijk maken is dodelijk! – dan help je niet alleen het Duitse volk, maar werk je tegelijkertijd in het belang van Europa en de wereld.’ In dezelfde brief sprak hij de hoop uit dat ‘ik door mijn gedichten een opvoedende rol zou kunnen spelen, vooral in de geestelijke en intellectuele opbouw van een nieuw Duitsland’.
Bloch bracht het einde van de oorlog door in het huis van een ander echtpaar in Borne. Toen het land bevrijd was, kwam hij eindelijk uit de lucht vallen. Hij verhuisde naar Amsterdam en trouwde met Ruth Kan, een overlevende van het concentratiekamp. In 1948 vestigden ze zich in New York waar Bloch een antiekzaak opende. Hij stierf in 1975 op 66-jarige leeftijd.
Lees verder hier: https://engelsbergideas.com/reviews/curt-blochs-underwater-resistance/