Dit artikel is een ingekorte bewerking van een stuk dat ik las op Unherd: https://tinyurl.com/4pxzx58x
Europa is geboren in 1945 uit de wrakstukken van oorlogen en is net als de generatie van babyboomers die na 1945 werden geboren, geneigd tot zelfverheerlijking en geloof in mythes terwijl hun einde nadert. Anders dan de voorgaande generatie die Europa door de Koude Oorlog leidde en machtspolitiek begreep, was de boomer-generatie politici van na de Koude Oorlog onder wie Angela Merkel, de eerste die het Europese waardesysteem van na 1945 volledig had geïnternaliseerd.
Machtspolitiek was iets uit het verleden. De wereld evolueerde naar een harmonieuze vrijhandel, waarin Europa’s zwaarbevochten morele helderheid haar naar het licht zou leiden. Maar dit Europa was ook geobsedeerd door kleine regels en voorschriften. En toen de Sovjet-Unie ineenstortte, was Europa blij dat het een veranderende wereld sluiks kon gadeslaan vanachter de gordijnen: de Nimby van de continenten. Half museum en half bejaardentehuis, Zelfgenoegzaam terwijl elders geschiedenis werd geschreven. Covid verzwakte het ‘boomercontinent’ met bijna rampzalige afloop.
Er was een pandemie voor nodig die vooral ouderen en zwakkeren trof, om de politieke elite eindelijk te laten beseffen dat het continent door zijn deïndustrialisatiepolitiek te afhankelijk is geworden van sterkere mogendheden zoals China. De pandemie viel samen met Amerika’s interne politieke wanorde en voedde de perceptie onder zijn rivalen dat de V.S. verzwakt zijn, wat Poetin verleidde om Oekraïne binnen te vallen. Deze oorlog bewijst dat de wereld van na de Koude Oorlog dood is en dat we al in een multipolaire orde leven.
De rest van de wereld, Midden-Oosten, Zuid-Amerika, Afrika en Azië zelfs Amerika’s verklaarde bondgenoten, blijft graag handeldrijven met Rusland en zo laat de rest zijn oren hangen naar China. Het beschouwt de oorlog in Oekraïne als een Europese grensruzie die irrelevant is voor hun belangen. Amerika heeft zijn rol als politieagent van de wereld verloren. Pas nu zien EU-leiders, zoals Josep Borrell Fontelles, onder ogen dat “veel landen de geopolitieke invloed van China zien als een tegenwicht voor die van het Westen en dus ook Europa. Zij zullen proberen hun eigen speelruimte te vergroten zonder partij te kiezen”.
De oorlog bepaalt nu de grenzen van de Europese beschavingsruimte, afgebakend door solidariteit met Oekraïne. Decennialang hebben Europese landen gedacht dat hun morele wereldbeeld universeel geldig is en dat ons wereldbeeld historisch is voorbestemd om de hele wereldorde opnieuw vorm te geven. In plaats daarvan zijn de waarden en belangen van Europa slechts de gewoonten en veronderstellingen gebleken van één beschaving onder vele, en dan nog een hele zwakke beschaving bovendien.
Covid en Oekraïne hebben Europa ruw uit zijn naoorlogse droom gewekt. Afhankelijk van China voor industrie, van Rusland voor energie en van Amerika voor veiligheid, realiseerde Europa zich plotseling zijn kwetsbaarheid binnen de nieuwe orde. Zoals Macron onlangs schreef in de Financial Times: “Covid-19 pandemie en de oorlog in Oekraïne, hebben we onze strategische afhankelijkheid blootgelegd en ons doen besluiten deze te verminderen… We zijn niet langer naïef.”
Macron verwerpt het Amerikaanse idealistische vrijhandelsideaal dat ook het Europese denken is gaan domineren. En: “In plaats de Chinezen te bestrijden, net zoals de V.S., gaan we hetzelfde doen als wat China doet: Onze eigen, Europese, soevereiniteit verdedigen en in Europa produceren wat we in Europa nodig hebben.”
Macron’s droom over de rol van Europa in een multipolaire wereld doet denken aan het werk van Carl Schmitt en Ernst Jünger. Toen de poging van Nazi-Duitsland om het continent met geweld te verenigen mislukte, probeerden zij een nieuwe plaats voor Europa in de wereld te bedenken. Jünger keerde zich tegen een terugkeer naar de oude natiestaten maar bepleitte de consolidatie in grote beschavingsblokken: “Voor het eerst is de aarde als wereldbol, als planeet, een slagveld geworden, en de geschiedenis ontwikkelt zich in de richting van een planetaire orde. ” Hij deed dat in zijn essay “De Vrede” (in 1941 en in het geheim verspreid onder generaals die een aanslag op Hitler beraamden.)
Dit was een moment van groot gevaar voor Europa, waarschuwde Jünger: “Napoleon voorspelde dat in onze tijd de wereld republiek of ‘kozak’ zou worden. Als hij onze situatie in detail had voorzien, zou hij hebben gezegd ‘Amerikaans of Russisch’, want “op het moment dat Europa zich verheft tot een verenigd continent, zal de aantrekkingskracht van Amerika voelbaarder worden”. Zowel Jünger als Macron stelt zich de geschiedenis voor als een keuze tussen knechtschap van Europa (onder een van de twee grote wereldrijken) of autonome beschaving.
Voor Jünger was de nederlaag van Duitsland het moment voor “de onafhankelijkheidsverklaring van Europa”. Het moment om “de oude grenzen te slechten en nieuwe bondgenootschappen te sluiten waarin grotere rijken de oude naties verenigen”. Hier klinkt Jünger niet veel anders dan Macron.
Net als Macron vond de francofiele Jünger dat dit moest gebeuren onder Franse voogdij, omdat “de geest van dat land al lang streeft naar een grotere eenheid waarin ook zijn arbeid zal worden bekroond”. Macron roept op een Napoleontische geest. Ook Jünger eert Napoleon als de stichter van een weliswaar mislukt maar toch groot continentaal rijk: “Daarom houden in alle landen monumenten ter ere van Napoleon in stand – want in hem leek de oude droom van één grote Europese monarchie te worden verwezenlijkt.” Toen de Franse president Mitterrand 1984 de rechtse Jünger ontmoette, zei hij dat “Napoleon u zijn maarschalk zou hebben gemaakt”.
De latere Jünger verwierp zijn vroege rechts-radicalisme nooit helemaal, maar richtte het op een pan-Europese identiteit en politiek katholicisme. Hij stierf als de profeet van de Europese eenwording en het Frans-Duitse verbond. Jüngers ideale Europese Unie is inderdaad de voorloper van de onze, waar “er uniformiteit van organisatie moet zijn in wat betreft technische zaken, industrie, handel, communicatie, handel, maten en gewichten, en defensie”, waar “de staat als hoogste symbool van technische prestatie de naties meeneemt in zijn werk, maar zij in vrijheid leven onder zijn bescherming”.
Macron ziet de inval van Rusland in Oekraïne ziet als de katalysator om Europa te hervormen tot een continent dat zichzelf kan verdedigen en zijn unieke beschaving kan behouden. Even zo merkt Jünger op dat: “de natuur schelpdieren vormt, met een harde, glanzende schelp en een delicate binnenkant in waarin de parels zijn verborgen. In deze differentiatie ligt het welzijn van staten en het geluk van individuen.”
Jüngers visie van een nieuwe wereldorde verdeeld in grote continentale rijken heeft hij ontleend aan het werk van zijn beste vriend, de jurist en rechtsfilosoof Carl Schmitt. Die was in tegenstelling tot Jünger – een felle en openlijke tegenstander van Hitlers regime. (Schmitt verwierp het nationaal-socialisme overigens pas toen de nederlaag van Duitsland onafwendbaar leek.) In The Nomos of the Earth (1952) merkt hij op dat de beslissende gebeurtenis in de wereldgeschiedenis plaatsvond aan het eind van de 16e eeuw. Toen ontstonden de grote marinemachten: Spanje, Portugal, de Nederlandse Republiek en het Britse Imperium en uiteindelijk de Verenigde Staten. Allen wereldomspannende zeemachten waardoor continentaal Europa niet langer de motor van de wereldgeschiedenis was, maar werd gedegradeerd tot een zijtoneel waar voortdurend conflicten heersten.
Maar in zijn latere werk schetst hij alternatieve paden van historische ontwikkeling. Schmitt keek voorbij de bipolaire orde van de Koude Oorlog die hij niet zou overleven, en zag een wereld waarin de Amerikaanse hegemonie, zou zijn vervangen door “verschillende autonome regionale blokken”. Volgens zijn collega en bewonderaar, de historisch theoreticus Chantal Mouffe, zou een multipolair landschap van beschavingsblokken waarschijnlijk stabieler en vreedzamer zijn dan het Amerikaanse unilateralisme. Mouffe verwerpt het kosmopolitisch idealisme en stelt dat we “de illusoire hoop op een politieke eenwording van de wereld” moeten laten varen. Proberen om als Europa de wereld te veranderen is zinloos en gevaarlijk: “in plaats van de voorhoede in de eenwording van de wereld, moet de EU worden gezien als een regionale pool in deze multipolaire wereld”.
In deze multipolaire orde zou een verenigd Europa als schild der naties, volgens Jünger “niet in het einde van de natiestaten moeten betekenen maar de voorwaarde zijn om te overleven in een geglobaliseerde wereld”.
Het overleven van Europa als continent in deze postkosmopolitische orde, houdt volgens Mouffe, verwerping in van de ideologie van vrijhandel die industrieën heeft is vernietigd door goedkope invoer uit China en andere Aziatische landen. Er is een links Europees protectionisme nodig. Dit protectionistisch her-industrialiserend Europa, is precies wat Macron nu voorstaat, toen hij zei dat “we niet de laatst overgebleven markt kunnen zijn zonder eigen industriebeleid”. In zijn essay in de Financial Times verklaarde hij dat:
“We de controle moeten terugpakken over onze toeleveringsketens, energievoorziening en innovatievermogen. We moeten minder afhankelijk worden. ‘Made in Europe’ moet ons motto zijn. We hebben geen keus. Onze soevereiniteit is en onze democratieën hangen hiervan af. Maar wij Europeanen kunnen van ons continent opnieuw, de bakermat maken van bloeiende industrie en gedeelde vooruitgang.”
Hoewel de Europese mogendheden in de decennia na de Tweede Wereldoorlog hun overzeese bezittingen kwijtraakten, konden zij zich nog steeds vleien met de gedachte dat zij ook zonder hun fysieke macht wereldrijk altijd nog morele superioriteit bezaten.
Maar de her-indeling van de wereld in nieuwe invloedssferen is nog maar net begonnen. En politieke moraal is daarbij niet aan de orde. Zowel Covid als de oorlog in Oekraïne laten zien hoezeer ons continent zichzelf heeft verzwakt. Maar beide crises hebben ook definitief een einde gemaakt aan Europa als die zelfgenoegzame ‘boomer’: deze in 1945 geboren wereld. Het hele wereldbeeld van Europa’s politieke avatar, Angela Merkel, ligt aan diggelen en de scherven zijn nog niet gelijmd. Eerst waren er twee rivaliserende wereldrijken, toen één onbetwiste hegemoon, en nu staat er een hele reeks potentiële uitdagers op. Te elfder ure beseffen de Europese leiders dat indien Europa zichzelf niet kan verdedigen en niet voor zichzelf kan zorgen, Europa zal verdwijnen, zoals Macron waarschuwde.
Vertaald met www.DeepL.com/Translator (gratis versie)