Tekst en foto’s: Karin van Dam
Escabeche heb ik voor het eerst gegeten in Spanje, in de zomervakantie van 2002, met de kinderen in de puberleeftijd.
Zoon en dochter wilden best mee naar Barcelona, maar het was eigenlijk te warm voor een dagje stad. Na een paar stalletjes op de Ramblas waren ze wel klaar met Barcelona.
Ik vond dat ze toch echt de Sagrada Familia gezien moesten hebben, en liep vastbesloten naar het metrostation. Mijn dochter slofte achter mij en verzuchtte: pff, een stad is alleen maar lopen!
Uit het metrostration Sagrada Familia gekomen, riepen ze, tot mijn verbazing, dolenthousiast yeah!! Niet omdat ze de Sagrada Familia zo geweldig vonden, maar omdat ze een snackparadijs ontdekten: MacDonalds, Kentucky Fried Chicken, de Burger King en de Pizza Hut, allemaal binnen 100 meter van het metrostation!
Okee, de kinderen kregen fast food…Gelukkig was er ook een tapas-barretje waar ik een visgerecht koos: escabeche.
De Sagrada Familia hebben we ook nog bekeken. Maar ja, die was niet eens af….
Hieronder volgt een recept van escabeche, die licht gebakken of gepocheerd wordt en dan in zuur gegaard wordt, net als de meer bekende ceviche. Onderstaande makreel escabeche wordt 2x gemarineerd. Eerst in limoensap met water en zout, dan licht gebakken en vervolgens weer gemarineerd in een warme azijnmarinade met veel kruiden. De wat vettige makreelsmaak wordt zo goed gecompenseerd, en krijg je een heerlijk zomergerecht.
Het recept komt uit het Fishes kookboek, van Bart van Olphen en Tom Kime.
Voor 6 personen:
6 middelgrote makrelen, schoongemaakt en zonder kop
Sap van 2 limoenen
2 theelepels zout
10 zwarte peperkorrels
1 theelepelkorianderzaad
4 pimentkorrels
3 kruidnagels
2 gehakte knoflooktenen
1 kaneelstokje
4 verse laurierblaadjes
2 1/5 dl wijnazijn
1 theelepel suiker
1 ¼ dl olijfolie
Olie om in te bakken
1 rode ui in flinterdunne plakjes
2 gehakte rode chilipepers zonder de zaadjes
1 takje tijm
Snijd de makreel in plakken van 21/2 cm dik en leg de plakken in een kom. Meng het limoensap met 21/2 dl water, voeg de helft van het zout toe en giet het over de vis. Laat ongeveer een uur staan, schep de stukjes vis af en toe om.
Wrijf de peperkorrels, korianderzaad, piment en kruidnagels fijn in de vijzel en doe de knoflook erbij. Wrijf het mengsel tot puree. Doe de puree in een pan met het kaneelstokje, laurier, azijn, suiker en de rest van het zout. Breng aan de kook. Voeg de olijfolie toe en 1 dl water, en breng alles weer aan de kook en neem de pan van het vuur.
Laat de vis uitlekken en dep de stukken droog met keukenpapier. Bak 3 minuten aan iedere kant op hoog vuur. Ze zijn dan lichtbruin. Leg de stukken lichtgebakken vis in een ondiepe schaal en giet de nog warme marinade er overheen. Door de warmte trekken de smaken goed in de vis en gaart de vis nog even door. Laat de schaal 2 uur staan en eet de makreel op kamertemperatuur.
Giet een half uur voordat u gaat eten een lepel marinade over de uiringen, tijm en chilipeper. Voordat u de vis opdient, verdeelt u het uitmengsel over de vis. Eet er (stok)brood en salade bij.